‘Bovengemiddeld innovatief en productief, cruciaal voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen én de exportmotor van de Nederlandse economie.’ Dat is in een notendop het beeld van de maakindustrie dat ontstaat uit het TNO-rapport ‘De waarde van de Nederlandse industrie’ dat Ingrid Thijssen (voorzitter VNO-NCW) en Theo Henrar (voorzitter FME) op 4 april 2023 officieel in ontvangst namen uit handen van TNO ceo Tjark Tjin-A-Tsoi.
Maatschappelijke ontwikkelingen
Volgens Theo Henrar is de maakindustrie in Nederland van grote waarde, en dit rapport bevestigt dat nogmaals. “We hebben de maakindustrie nodig voor maatschappelijke ontwikkelingen die we allemaal belangrijk vinden. Het rapport laat duidelijk zien dat de Nederlandse maakindustrie ijzersterk is en het gewicht van de investeringen in R&D in Nederland draagt. De innovatie die hieruit ontstaat is cruciaal voor de mondiale concurrentiekracht van Nederland."
Maar we zien volgens Henrar ook dat deze rol van de maakindustrie bij maatschappelijke transities niet vanzelfsprekend is, omdat Nederland doelstellingen op het gebied van innovatie en R&D-uitgaven als percentage van het bbp niet haalt. "Het risico van de-industrialisatie ligt daarmee op de loer en dat heeft negatieve gevolgen voor de Nederlandse economie. Bovendien maken landen om ons heen meer gebruik van de ruimte die ze uit Brussel krijgen om te investeren, wat onze industrie enorm benadeelt. Daarom pleit FME voor meer investeringen in innovatie en voor een gelijk Europees speelveld."