Nederland staat voor een grote uitdaging om de productiviteit te vergroten en de concurrentiepositie te versterken. Nederland is een kennisland, maar slaagt er onvoldoende in deze kennis om te zetten in toepassingen, bedrijvigheid en economische waarde. Industriële bedrijven in R&D intensieve sectoren verplaatsen activiteiten naar het buitenland door een verslechterend investeringsklimaat. Tevens slaagt Nederland er onvoldoende in nieuwe startups door te laten groeien. Dat schrijft TNO in een onderzoek in opdracht van de vaste commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer naar aanleiding van het Draghi-rapport.
Samengevat
- De industrie is een hoog productieve en R&D-intensieve sector, en goed voor de helft van de export, maar staat onder druk.
- Structurele congesties zoals netcongestie, vergunningverlening en een tekort aan technisch personeel beperken investeringen en groei.
- De regeldruk in Nederland is sterk toegenomen en op een aantal gebieden strenger dan EU-voorschriften. Daarnaast zijn energiekosten in Nederland veel hoger dan in andere EU-landen en de VS.
- Dit alles leidt tot een slechter investeringsklimaat, minder ondernemersvertrouwen, minder innovatie en verzwakking of zelfs vertrek van bedrijvigheid. Tegelijkertijd groeien te weinig startups door naar nieuwe Nederlandse industriële kampioenen van de toekomst.
- Onvoldoende langjarige en consistente beleidsfocus op sectoren en technologieën waarin Nederland sterk is, remt (private) R&D uitgaven. De R&D uitgaven lopen fors achter op de Europese doelstelling.