Wat is typisch aan Nederlandse Innovatie? Kunnen we het munten als een concept, net als Dutch Design? En is dat een kans om Nederland op het wereldtoneel krachtiger neer te zetten als leidend innovatieland? Innovation Origins blikt in een driedelige serie vooruit op de Dutch Innovation Days, 11, 12 en 13 mei in Enschede. Lees hier deel 2: wat onderscheidt Nederland als het gaat om de grote vernieuwingen die nodig zijn in deze tijd?
Verticaal en horizontaal
Marc Hendrikse, voorzitter van Holland High Tech, ziet in Nederland al “eeuwenlang een van de meest anti-hiërarchische landen ter wereld”. En dat geldt volgens hem zowel verticaal als horizontaal. “Beiden helpen in innovatie en geven Nederland een uitzonderlijke positie op dat gebied. De verticale anti-hiërarchie maakt dat een hoogopgeleide fysicus (of elk ander specialisme) rechtstreeks en gelijkwaardig kan spreken met de man of vrouw aan de draai- of freesbank. Waarbij die laatste in onvervalste taal kan aangeven dat de het onderdeel niet kunt maken zoals de hoogopgeleide persoon heeft getekend, maar ook met welke aanpassingen dit wel gedaan kan worden. Hetgeen dan ook gerespecteerd wordt door diezelfde hoogopgeleiden. Dat is in bijna geen andere cultuur mogelijk.”
Maar het geldt dus ook horizontaal: “Een mechanicus is van mening dat hij beter weet hoe een elektronicus zijn probleem moet oplossen. Of een chemicus, of een softwarespecialist. Maar dat geldt over en weer en ze zijn allemaal stronteigenwijs. En als je die mensen samen in een ruimte zet en laat nadenken over de oplossing van de complete machine of complete probleem, dan komt daarvoor de beste oplossing uit voor het hele systeem. We noemen dat system engineering en daarin is Nederland wereldkampioen. Ook dit is in andere culturen heel moeilijk te realiseren, men is daar meer in technologische zuilen georganiseerd en durven ze elkaar niet op hun vakgebied aan te spreken.”
Hollandse nuchterheid
“Het gaat om een nuchtere visie, gepaard aan een typisch Hollands product”, zegt Fred Roozeboom, emeritus hoogleraar bij de Inorganic Membranes group van de universiteit van Twente en momenteel ook adviseur bij Carbyon. Over de voorbeelden daarvan hoeft hij niet lang na te denken. “Zo vind ik die Apeldoornse uitvinding van een inkeping in beschuiten een heel fraaie, of het veredelen van tomatenzaad: zeer de moeite waard, want een kilo tomatenzaad is vaak duurder dan een kilo goud. Of kijk naar het aanleggen van intelligente sensornetwerken onder fietspaden zoals op de TU Delft Campus gebeurt.” Duitse, Vlaamse, Amerikaanse en Chinese maatschappijen zijn veelal hiërarchischer en minder mondig van aard, zegt Roozeboom. “Dus dit soort ‘nuchtere’ ideeën zal daar wellicht minder spontaan ontstaan.”