Ons nieuwe kabinet wil prioriteit geven aan talent, versterking van de kenniseconomie, innovatie zodat Nederland gaat behoren tot de top 5 van de landen met een goede concurrentiepositie. Tegelijkertijd bevat het hoofdlijnenakkoord maatregelen die onderwijs en onderzoek hard raken. Onze economie en welvaart komen in gevaar nu de geplande bezuinigingen op het Nationaal Groeifonds én onderwijs en onderzoek de bèta- en technische wetenschappen van twee kanten klemzetten. Dit beïnvloedt de toekomst van ons land. Wij begrijpen dat gelijktijdig investeren en bezuinigen moeilijke keuzes met zich meebrengt. Maar om met Milton Friedman te spreken: “There is no such thing as a free lunch.” Daarom vragen wij, de maakindustrie, de hightechindustrie en de topsectoren van Nederland, om een andere keuze.
Foto: ThisisEngineering via Unsplash
We bevinden ons in meerdere opzichten op een kantelpunt. Nieuwe producten en bedrijfstakken worden in hoog tempo ontwikkeld én tegelijkertijd zijn er grote maatschappelijke uitdagingen die om een oplossing schreeuwen in het komende decennium. Wanneer wij onze brede welvaart willen behouden en economisch relevant willen blijven, dan is er maar één weg: aan de bal blijven en scoren. En dan kan niet zonder een sterke maakindustrie. Onze maakindustrie is verantwoordelijk voor 12% van het Nederlands bruto nationaal product, groeit harder dan andere sectoren, en heeft een enorm potentieel voor de toekomst. Deze sector met haar sterke R&D-positie is essentieel voor de Nederlandse concurrentiepositie en van toenemend belang om ons minder afhankelijk te maken van niet-Europese grootmachten.
De samenwerking tussen de maakindustrie en de kennisinstellingen is van essentieel belang voor de grote maatschappelijke transities waarin we ons bevinden, zoals die op de terreinen van energie, grondstoffen, duurzaamheid, digitalisering en klimaat. De elektrische auto, zonnepanelen, nieuwe batterijtechnologie en de doorontwikkeling van nieuwe energiedragers zoals waterstof: stuk voor stuk zijn ze mogelijk gemaakt door intensieve wisselwerking tussen industrie en wetenschappers. Ook aan het verbeteren en betaalbaar houden van de zorg dragen bèta en techniek bij, onder meer door de inzet van kunstmatige intelligentie, of de ontwikkeling van nieuwe vormen van diagnostiek, preventie en behandeling. Hetzelfde geldt voor landbouw en veeteelt, waar innovatie bijvoorbeeld een belangrijke rol kan spelen bij klimaatadaptatie, robotisering en het terugdringen van emissies. Niet alleen onze economie, maar onze hele samenleving is afhankelijk van het opleiden van onze toekomstige talenten in bèta en techniek.
De conclusie is simpel: Nederland kan niet zonder een sterke maakindustrie, en een sterkte maakindustrie kan niet zonder sterke bèta- en technische wetenschappen. Wij zijn afhankelijk van goed geschoolde wetenschappers en technici. Er is een schreeuwend tekort aan arbeidskrachten met een bèta-technische opleiding. Dit tekort neemt in Nederland sterker toe dan in de ons omringende landen en brengt de Nederlandse concurrentiepositie in gevaar. Om het tij te keren en het vestigings- en ondernemingsklimaat te versterken is het cruciaal om te investeren in bèta-technisch onderwijs, van basisschool tot universiteit.
Zoals al gezegd: het nieuwe kabinet staat voor moeilijke keuzes. Er moet bezuinigd worden. Tegelijkertijd moeten we blijven investeren in dat wat ons land ook in de toekomst sterk en weerbaar houdt. Wij pleiten voor investeringen in het bèta- en techniekdomein, voor de toekomstige welvaart van ons land en zijn inwoners en voor investeringen in bèta-technisch onderwijs en onderzoek in samenwerking tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Nederland is een koploper in deze publiek-private samenwerking. Elke extra overheidseuro in bèta en techniek leidt tot meerdere extra euro’s in technologie en innovatie aan de kant van het bedrijfsleven.
Net als de kenniscoalitie nodigen we het nieuwe kabinet van harte uit om met ons in gesprek te gaan over de invulling van het hoofdlijnenakkoord op het gebied van bèta-technisch onderwijs en investeringen in het bèta- en techniekdomein.
Namens de maakindustrie, de hightechindustrie en de topsectoren van Nederland,
Airbus NL, Sytze Kampen
ASM, Ivo Raaijmakers
ASML, Jos Benschop
Canon Production Printing, Ernst Ullersma
dsm-firmenich, Joris de Beer
Friesland Campina, Marchel Gorselink
Johnson&Johnson, Michel van Agthoven
Nobian, Marco Waas
Danone-Nutricia, Katrien van Laere
Shell, Frans Everts
Tata Steel, Vincent Ritman
Thales, Lucas Roffel
Unilever, Manfred Aben
VDL ETG, Geert Jakobs
FME, Eveliene Langedijk
ChemistryNL, Topsector Chemie, Jacqueline Vaessen
Health~Holland, Topsector Life Sciences & Health, Nico L.U. van Meeteren
Holland High Tech, Topsector High Tech Systemen en Materialen, Marc Hendrikse
Topsector Agri & Food, Dirk Duijzer
Topsector Creatieve Industrie, Jann de Waal
Topsector Energie, Peter Molengraaf
Topsector ICT, Jeannine Peek-Vissers
Topsector Logistiek, Iris Vis
Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, Jaap Bond
Topsector Water & Maritiem, Thecla Bodewes