De Nederlandse ruimtevaartsector, verenigd in onder meer SpaceNed, NL Space Campus, Provincie Zuid‑Holland en FME (en gesteund door Holland High Tech), waarschuwt met een open brief voor ernstige gevolgen van de voorgenomen lage nationale bijdrage aan de Ministeriële Conferentie van de European Space Agency (ESA Ministerial Council, CM25) eind november. Volgens de brief ligt de geplande inschrijving substantieel onder het niveau van de vorige periode, wat de continuïteit van cruciale R&D-projecten in gevaar brengt en contracten met Nederlandse bedrijven bedreigt.
In de kabinetsbrief van 10 oktober 2025 kondigt het kabinet aan dat Nederland voor 2026–2028 een bijdrage van € 344,3 miljoen wil reserveren. Deze inschrijving voldoet echter nog steeds niet aan de zogenoemde “ESA-norm” zoals vastgelegd in de nationale Lange Termijn Ruimtevaartagenda, waarin Nederland op basis van zijn bruto nationaal product geacht wordt aanzienlijk hoger te gaan. Een lage nationale bijdrage zou naast economische schade ook strategische risico’s met zich meebrengen: onder andere het verlies van toeleveringsrollen binnen Europa, het weglekken van talent en het verzwakken van de Nederlandse positie in het ruimtetechnologie domein.
Daarnaast vrezen de ondertekenaars dat met zo’n minimale inzet ESA belangrijke activiteiten, zoals bij ESTEC in Noordwijk, zou kunnen verplaatsen naar landen die meer ambitie tonen. Het gebrek aan financiële betrokkenheid wordt gezien als een schadelijk signaal naar Europese partners en ondermijnt de strategische autonomie van Nederland. In de brief wordt opgeroepen tot heroverweging van de inschrijving, in lijn met de Lange Termijn Ruimtevaartagenda en eerdere adviezen, en tot een ambitieuzere financiële toezegging die past bij Nederland’s rol en potentie in de Europese ruimtevaart.
