Defensie zoekt hightech-oplossingen via betere publiek-private samenwerking
De bescherming van onze vrijheid en democratie stelt Defensie en andere betrokkenen in het veiligheidsdomein voor grote uitdagingen. Door een snel veranderend wereldbeeld is de behoefte aan innovatie groot, bleek tijdens de tweede Visie & Ambitie Sessie 2024, in oktober in Den Haag. Deze organiseerden we samen met onze partners HiDelta (krachtenbundeling technologische industrie Zuid-Holland) en InnovationQuarter (regionale ontwikkelingsmaatschappij).
Het bedrijfsleven en de onderzoeksorganisaties hebben een belangrijke rol bij het invullen van de behoefte aan innovatie. Met de Visie & Ambitie-sessies brengt Holland High Tech, ofwel de topsector High Tech Systemen en Materialen (HHT), de leiders in hightech en innovatie bij elkaar om oplossingen te zoeken voor grote maatschappelijke uitdagingen. Hoe kunnen overheden, waaronder Defensie, optimaal samenwerken met bedrijfsleven en onderzoeksorganisaties om innovatie te versnellen, was een centrale vraag tijdens de discussies in Den Haag.
De afgelopen jaren is de veiligheidsdreiging sterk toegenomen. “Vroeger hadden we een model: groen was vrede, rood was oorlog. En in de oorlog vervallen ongeveer alle regels. Maar wij zitten nu in oranje”, stelt Hugo Leyte, strategisch adviseur Innovatie bij het ministerie van Defensie.
Kijk naar cyber, dan zijn we eigenlijk al in oorlog, maar wat betreft onze regelgeving niet.
Situatie is urgent
Niet alleen neemt de cyberdreiging toe. Drones zijn een voorbeeld van nieuwe technologie die zich supersnel ontwikkelt, zo blijkt tijdens de oorlog in Oekraïne. “Wat je verzint is ongeveer zes of zeven weken houdbaar. Daarna moet er alweer iets nieuws komen op het gebied van hardware of software”, schetst Leytes collega Christien Foekens, senior beleidsadviseur Kennis en Innovatie, de urgentie van de situatie. “We kijken of we een aanbesteding kunnen doen bij de Nederlandse industrie, waarin meteen die innovatieontwikkeling zit.” Foekens en Leyte wijzen ook op uitdagingen in productiecapaciteit voor militair materieel en de wens onafhankelijker te worden wat betreft strategische grondstoffen en onderdelen.
Die samenwerking met bedrijfsleven en onderzoeksorganisaties gaat niet altijd gemakkelijk. Leyte erkent dat het ministerie van defensie als organisatie erg groot en complex is, afgezien van de bureaucratie en regelgeving. Dat alles maakt het soms moeilijk voor aanbieders om uit te vinden bij wie ze moeten zijn. Maar ook omgekeerd heeft Defensie moeite de vraag te bundelen. Leyte: “Ik sprak laatst een bedrijf dat op één dag vijf mensen van Defensie op bezoek had gehad, en zij wisten het niet van elkaar.”
Er wordt hard aan gewerkt om die situatie te verbeteren, zoals met coördinatiebureaus in regio's. Die krijgen elk de verantwoordelijkheid voor een thema. Zo werkt het bureau in Noord-Brabant samen met Brainport Eindhoven op het thema optische communicatie. De coördinatiebureaus krijgen ook een nieuwe rol bij certificering. Leyte: “Defensie certificeert normaal alleen als we ook iets kopen. Maar we gaan nu ook certificeren voor producten om bedrijven meer kans te geven bij buitenlandse afnemers. Wij hebben daar dan eigenlijk geen direct belang bij, maar we hebben wel een gezamenlijk belang bij capaciteitsontwikkeling.”
Businesscase vaak lastig, dual use een goede aanpak
De aanwezige bedrijven geven aan dat het vaak lastig is een business case te maken rond een defensieopdracht. Het gaat vaak om heel specifieke producten, de kosten aan onderzoek en ontwikkeling zijn hoog, maar het aantal uiteindelijke bestellingen is niet groot. Daarom is het belangrijk te kijken naar ‘dual use’-technologie, waarbij ontwikkelingen voor militaire toepassingen ook zinvol zijn voor civiele producten. Omgekeerd kijkt Defensie ook steeds meer naar innovaties in de civiele markt die voor Defensie waardevol kunnen zijn. De snelle ontwikkeling in drone-technologie is daar een voorbeeld van.
Stefan Morssink van HTC Parking & Security vertelde hoe zijn bedrijf voor tijdelijke militaire bases een veilige mobiele poort ontwikkelde, de zogeheten speedgate. De ommuring van zo’n basis bestaat uit dikke, hoge zandzakken met een opening ertussen als toegang. “Vroeger stond daar een slagboom voor. De speedgate heeft dezelfde eigenschappen als de zandzakken zodat je er niet doorheen kunt rijden of schieten.” De deuren vouwen heel snel open en dicht en het geheel is te vervoeren als een container. HTC levert de speedgate inmiddels ook aan parkeergarages en bedrijventerreinen, zoals de Rotterdamse haven.
Oplossing lag direct klaar
CEO Jan van der Wel doorliep met zijn bedrijf Technolution juist de omgekeerde route. “Wij doen hoog gerubriceerde veiligheid voor de hele overheid. Dan kom je uiteindelijk ook met Defensie in gesprek. We zijn er eigenlijk een beetje ingerold. Op het moment dat de vraag kwam, zaten we al zo ver in de ontwikkeling dat we eigenlijk direct een oplossing konden bieden.” Technolution begon met de beveiliging van radioapparatuur die werd ingekocht bij Amerikaanse of Israëlische producenten. “Deze moet dan soeverein veilig gemaakt worden. De encryptie gebeurt met een smartcard die iedereen kent van een mobiele telefoon.” Inmiddels levert het bedrijf ook de beveiliging voor andere communicatievoorzieningen, zoals 100 Gigabit-verbindingen tussen datacentra.
Gaandeweg het proces kunnen makkelijk tegenstrijdige belangen optreden, is de ervaring van Leyte. Het is daarom belangrijk zo snel mogelijk potentiële problemen op tafel te krijgen en daar rekening mee te houden.
Financiering beschikbaar
Voor een tegemoetkoming bij de financiering van innovatieve projecten, wees HHT-directeur Leo Warmerdam op een aantal algemene, en specifiek voor het veiligheidsdomein interessante programma’s. In totaal Holland High Tech heeft per jaar zo’n 45 miljoen euro voor cofinanciering voor publiek-private samenwerkingen beschikbaar. In totaal gaat het dus om zeker 100 miljoen euro aan projectomzet. “Dat gaat ergens over. Daarmee kunnen we het verschil maken.”
Hij vertelt dat in 2024 tien strategische programma’s zijn geïnitieerd, die lopen tot en met 2027. Over die periode van vier jaar is een subsidievolume van 107 miljoen beschikbaar. “De komende maanden komen er nog vier strategische programma’s bij, waarvan één gericht op het veiligheidsdomein. Over een paar weken kondigen we op onze website een specifieke MKB-call aan. De basisboodschap aan MKB'ers is: jij innoveert met één persoon, je krijgt een tweede persoon, een onderzoeker, voor twee jaar door ons gefinancierd. Hiervoor is 5 miljoen voor beschikbaar.”
Daarnaast zijn er mogelijkheden om mee te doen met calls uit de diverse Nationaal Groeifondsprogramma’s. Het Maritiem Masterplan, Polaris en 6G Future Network Services liggen daarbij het meest voor de hand. “Maar ik ben ervan overtuigd dat er ook in andere groeifondsprogramma's elementen zitten die belangrijk zijn voor het veiligheidsdomein.”
Leyte kondigt aan dat ook vanuit Defensie aandacht is voor het opzetten van financieringsinstrumenten, zoals het Security Fund (SEC-fund). Dit fonds heeft de komende zeven jaar 100 miljoen beschikbaar om start-ups en innovatieve bedrijven te ondersteunen bij de ontwikkeling van aan defensie gerelateerde technologieën.
Alternatieve financiering nodig
Tijdens de aansluitende brainstormsessies klonk ook kritiek. Een aantal van de financieringsinstrumenten zijn vooral gericht op het leveren van producten omdat ze gerelateerd zijn aan het R&D-budget van de betreffende leverancier. “Als jij geen R&D-budget hebt omdat je geen product ontwikkelt, tel je niet mee”, reageert één van de deelnemers. “Terwijl we denken dat wel een waardevolle bijdrage kunnen leveren. De industrie bestaat uit zoveel meer dan alleen productpartijen.”
Er moet dus beter worden nagedacht over alternatieve financieringsmodellen, waarbij ook kennis en diensten worden ondersteund. Ook kan de overheid meer aandacht besteden aan het vereenvoudigen van vergunningverlening en leveringszekerheid. Nu is er haast en geld beschikbaar, maar als bij wijze van spreken alle conflicten over een jaar zijn uitgedoofd, heeft de overheid opeens minder belang bij een sterke defensie-industrie, was een van de kritische opmerkingen.
De noodzaak om sneller te kunnen innoveren in het veiligheidsdomein is duidelijk. Een reeks aan initiatieven helpt om de publiek-private samenwerking te stroomlijnen, maar zowel aan de organisatorische kant als op het vlak van financieringsinstrumenten, is er nog wel heel wat werk aan de winkel.