Wetenschappers van onze partners TU Delft en TNO en gaan tot 9 september met diverse andere onderzoeksinstellingen onderzoeken hoe vermindering van uitstoot van broeikasgassen en luchtvervuiling het best met atmosferische metingen gemonitord kunnen worden. Doelgebied is Rotterdam en de Rotterdamse haven.
De eerste meting start in de regio Rotterdam en wordt gecoördineerd door VU Amsterdam. Het centrum van Rotterdam en de haven zijn belangrijke bronnen van broeikasgassen en luchtvervuiling. Naast extra meetinstrumenten op de vaste meetstations in de regio, wordt er tijdens de campagne ook gebruik gemaakt van meetauto’s, fietsen uitgerust met meetapparatuur, een meettrailer en twee meetvliegtuigen om die bronnen in kaart te brengen.TNO zet vaste en mobiele meetpunten in, vliegtuigen en zelfs satellietobservaties. De TU Delft zet mobiele radarapparatuur in om stedelijke emissies in kaart te brengen.
Zelfs vanuit de ruimte zullen satellietinstrumenten meekijken, zoals het Nederlandse TROPOMI instrument* dat zich richt op luchtverontreiniging en het NASA OCO-3 instrument voor het meten van kooldioxide. De metingen worden gebruikt om gedetailleerde modellen van stedelijke broeikasgasemissies en luchtverontreiniging te verbeteren.
* gestart als PPS-project via Holland High Tech
Andere Europese steden
De campagne in Rotterdam staat niet op zich, maar is onderdeel van de Europese projecten RI-Urbans en ICOS Cities. In andere Europese steden waaronder Parijs, Boekarest en Milaan worden deze zomer en herfst ook studies verricht.