Staal heeft een breed scala aan toepassingen in plaatvorm. Dit wordt geproduceerd in een reeks van processen waarbij twee stappen een grote invloed hebben op de bruikbaarheid van het product: gloeien en nawalsen.

Bij het gloeien wordt de microstructuur van het materiaal gereset, waarbij de ongewenste effecten van koudwalsen worden verwijderd en een sterk en vervormbaarplaatmateriaal wordt geproduceerd. Als de walskracht tijdens deze stap niet goed wordt ingesteld, kunnen de uiteindelijke eigenschappen van de plaat nadelig worden beïnvloed en kan optimalisatie van de microstructuur in eerdere stappen zijn effectiviteit verliezen. De mate van plaatdiktereductie heeft een directe relatie met de walskracht, die momenteel de regelparameter is die ook de stabiliteit van het proces bepaalt. Een goede initiële schatting van de walskracht vermindert de behoefte aan regelaanpassingen later in het proces en vermindert daardoor het percentage afkeur.

Door een gebrek aan begrip van het vloeiverschijnsel en de daarmee samenhangende verlenging, is de voorspelling van de walskracht voor nawalsen niet zo nauwkeurig als het zou kunnen zijn. In dit project zal een nieuw materiaalmodel worden ontwikkeld op basis van een verbeterd begrip van het verschijnsel door middel van nieuwe testopstellingen voor directe observatie, zowel op macroschaal als op microscopische schaal.

Door het model te baseren op de mobiliteit en dichtheid van dislocaties die bijdragen aan plastische vervorming, zal deze op fysica gebaseerde benadering een hoge voorspellende waarde hebben en daarom een goede kandidaat zijn om te worden gebruikt in simulaties van nawalsen, waar naast de walskracht ook de oppervlakte- en microstructurele eigenschappen moeten worden verkregen. Bovendien zal het worden gebruikt in de semi-analytische, snelle, online voorspelling van walskracht, wat een direct effect zal hebben op de vermindering van afkeur.