Multi-parametrische sensing methoden worden ontwikkeld voor optimalisatie van patiëntoverplaatsingsindicaties en voor snelle infectiescreening van pasgeborenen; elektrofyisologische, photoplethysmografische en video monitoring methoden zullen worden verbeterd voor diagnose van slaapgerelateerde ademhalingsaandoeningen, predictie van aritmieën, diagnose van parasomnieën en begeleiding van bevallingen; biomechanische en hemodynamische modellen van diepe veneuze ziekte zullen worden ontwikkeld als basis voor nieuwe diagnostische en interventionele gereedschappen; AI-gebaseerde voorspellingsmodellen worden ontwikkeld voor optimalisatie van perfusie tijdens cardiopulmonaire bypass operaties; draagbare technologie zal worden geoptimaliseerd voor peri-operatieve en slaap monitoring.
De algemene benadering in MIRACLE is om nieuwe technologische oplossingen te exploreren en co-creëren in een gecontroleerde klinische omgeving, om deze oplossingen iteratief te verfijnen en klinisch te valideren, en waar van toepassing ze te verplaatsen naar extramurale en thuisomgevingen, gericht op uitrol in het zorgsysteem met het doel om kosten te verlagen, effectiviteit van de zorg te vergroten, belasting van de patiënt te verlagen, en kwaliteit van leven van de patiënt te verhogen.
Het Eindhoven MedTech Innovation Center (e/MTIC) is een grootschalige onderzoekssamenwerking tussen TU/e, Philips Eindhoven, Catharina Ziekenhuis, Máxima MC en Kempenhaeghe Epilepsie- en Slaapcentrum, opgericht om een ecosysteem te bevorderen dat hightech gezondheidsinnovatie versnelt. Het MIRACLE-project onder het e/MTIC-initiatief is ontworpen om sterk voort te bouwen op de bestaande e/MTIC projecten zoals MEDICAID-, PICASSO-, MEDUSA-, PISANO-, MEDEIA- en PERSEUS-projecten, evenals talrijke andere lopende e/MTIC-projecten. Het project omvat een nauwe samenwerking tussen technische en klinische experts, en met zowel kern-e/MTIC-partners als aanvullende projectpartners. De algemene aanpak is het co-creëren van innovatieve technologische oplossingen in een gecontroleerde klinische omgeving, om deze vervolgens te verfijnen en te valideren, en waar nodig over te brengen naar extramurale en thuissituaties.